Post by JJmijn planten hebben last van een klein viegje (zie foto)
www.pandavoer.nl/foto/is_dit_een_mineervlieg-2.jpg
Kan iemand dit bevestigen ? en hoe moet ik ze bestrijden ?
Ze zitten in mijn jonge bamboe moet ik wel bestrijden ?
jaap T
een site over bamboe is http://pandavoer.nl
Kijk eens of het de Napomyza cichorii (witlofmineervlieg) niet is. Of
ze ook in bamboe nestelen, weet ik wel niet :-)
3.6. Witlofmineervlieg ( Napomyza cichorii en Ophiomyia pinguis)
De witlofmineervlieg is slechts 3-3,6 mm lang, heeft een citroengele
kop met grote donkerbruine ogen, een donkergrijs borststuk en een
citroengeel achterlijf met donkergrijze dwarsbanden. De vliegen
verspreiden zich in het algemeen niet over grote afstanden. Bij zonnig
weer zijn ze weinig actief. Bij bedekt weer en weinig of geen wind
vliegen zij van plant tot plant.
Cyclus
De witlofmineervlieg legt haar 0,3 mm lange eieren tegen de avond.
Deze worden onder de opperhuid in de hoofdnerf gelegd; meestal in de
buurt van de bladschede. Uit de eieren komen na vier tot acht dagen
melkwitte maden die roodbruin gekleurde gangen vreten in de
bladnerven. De vraatgangen lopen in de lengterichting naar beneden.
Vooral aan de bladvoet zijn ze duidelijk zichtbaar. De maden - met een
lengte van 5 mm - verpoppen zich in het blad, meestal aan het einde
van de gang die ze maken. De geelbruine poppen zijn gemakkelijk te
zien in de vraatgangen aan de bladvoet. Enige tijd later verschijnt de
vlieg, waarna een nieuwe cyclus kan beginnen. De snelheid van de
cyclus is afhankelijk van de temperatuur. De overwintering gebeurt als
larve of als pop in de grond, in resten van wortelen en afgesneden
bladeren die op het veld blijven, in zaadwortelen en onkruiden. De
witlofmineervlieg heeft meerdere generaties per jaar. In totaal zijn
er meestal drie vluchten. De eerste vlucht verschijnt in mei, maar die
doet nog geen schade. De tweede vlucht komt vanaf half juli tot in
augustus. De laatste vlucht begint in de eerste helft van september en
eindigt met ei-afzetting in oktober / november. Het zijn
waarschijnlijk hoofdzakelijk de laatste maden uit de tweede vlucht en
de maden afkomstig uit de derde vlucht die de schade veroorzaken.
Schadebeeld
De larven van de witlofmineervlieg maken de onregelmatige, roodbruine
gangen in de bladnerven. Kenmerkend voor de mineervlieg is dat deze
gangen te vinden zijn in de hoofdnerf bij de bladbasis, daar waar geen
bladgroen meer aanwezig is. Andere, minder schadelijke en algemeen
voorkomende bladmineerders mineren vooral bovenin het blad in het
bladmoes. Zulke mineergangen vallen veel eerder op, omdat ze van
bovenaf goed te zien zijn. De cichoreiteler ziet daardoor een
onschuldige bladmineerder vaak voor de witlofmineervlieg aan.
Onterecht wordt dan soms geconcludeerd dat de witlofmineervlieg dat
jaar veel eerder aanwezig is. Volgroeide maden van de
witlofmineervlieg kunnen zich naar de kop van de wortels verplaatsen,
waar ze de vaatbundels in de wortels kapot vreten. Die wortels kunnen
bij bewaring in de hoop door secundaire aantasting gaan rotten. De
aantasting kan in de herfst haar hoogtepunt bereiken, waardoor zeer
veel poppen in bladresten en in de grond achterblijven. In de
cichoreiteelt is bestrijding niet nodig.
--
Groetjes, Ribbedebie
Vergissen is menselijk. De computer de schuld geven is nog menselijker. [Robert Orben]